27 juli 1993
27 juli 1993 - Ubud, Indonesië
We zijn toch wel wat verbrand. Bella is vergeten om haar onderarmen in te smeren en ook wij komen er blijkbaar nooit vanaf. Om 10 uur met onze superterreinauto vertrokken. Getankt (48 liter!) en een autokaart gekocht en dan zijn we er helemaal klaar voor! Via Celuk willen we naar Ubud. In Celuk zijn tientallen zilvershops en in 1 ervan kopen Bella en ik oorbellen. Ook vinden we een broche voor Jelle’s moeder. Na Celuk komt Mas waar houtsnijwerk te bewonderen is. Vooral de mensen aan het werk zien is leuk. In Ubud een hotel met een prachtige view over de sawa’s. Op de veranda 2 stoelen en een ligbed.
Binnen 2 tweepersoonsbeden en een warme douche! Duur dus. Bella zoekt een fantastisch goedkoop tentje uit om te eten. De nasi goreng en de saté smaken prima. Vroeg gegeten want om 8 uur moeten we in het ubud palace, een prachtige tempel, zijn. Hier gaan we de Ramayana, een van de bekendste Balinese dansen bekijken. Als we arriveren is het al bomvol, zodat we achteraan zitten. Het is prachtig!
Een heel groot gamelanorkest en zeer gracieuze dansers en danseressen. Prachtig gekleed en bewegend. Dankzij een pamflet kunnen we het verhaal heel goed volgen. Geheel onder de indruk gaan we na afloop een glas brem (rijstwijn) drinken. Het is lekker maar heel vullend en we worden rozig.