30 maart 1994

Voor achten opgestaan, gepakt en heerlijk warm brood gehaald bij de bakker. Om kwart voor 9 zijn we op weg naar ‘Saladin, één van de grote kruisvaarderkastelen in Syrië.

Als gewoonlijk een eind lopen naar het busstation, daarna gaat het vlot. Met de bus tot Al Haffeh, dan is het nog 7 km. Voor 100 pond pp wil iemand ons wel brengen. Grapjas, wij gaan wel lopen. Mooi weer, mooie uitzichten tussen de bergen. We liften een stuk mee met een trekker,dat scheelt een behoorlijke klim. Nog even lopen en staan oog in oog met het kasteel, dat is snel .Er blijkt alleen nog een enorme kloof tussen ons en het kasteel te zijn! Gelukkig kunnen we meerijden met een pick-up. Om 11 uur zijn we er dan. Aan één kant is een kunstmatige kloof uitgehakt, waarin nog 1 puntige rots omhoog staat die diende als steun voor de ophaalbrug. Enorm hoog en indrukwekkend. Het kasteel is mooi. Veel torens en grote ruimtes. We zien de stallen, een enorme wateropslagplaats en later door de moslims gebouwde moskee en baden. Er zijn trouwens best veel toeristen. We lopen helemaal terug naar Haffeh. Onderweg zien we overal wilde cyclamen. Inclusief de afdaling en klim in de kloof is het een uur lopen en we kunnen direct in de bus naar Lattakia springen. Daar eten we twee broodjes felafel en een glas wortelsap (!). Om kwart over 3 opnieuw, nu met bagage naar het busstation. De bus naar Tartus is nog niet vol, maar wij hebben een zak kokoskoekjes dus kunnen wel even wachten. Zoetigheden maken kunnen ze hier wel. Om half 6 zijn we in Tartus en vinden gemakkelijk een schoon en goedkoop hotel. Het eten is ’s avond wat minder; niet zo goede hummus, salade en patatjes (ongeveer 5). Dan kopen we ‘brandy’ en cola en zitten heerlijk op ons balkon te scrabbelen.