9 april 1994

9 april 1994 - Şanlıurfa, Turkije

Om half 8 opgestaan en heerlijk brood gehaald en kaas. De bakker is in 1964 al uit Duitsland teruggekomen, maar is de taal nog niet verleerd. Om half 9 gaan we naar het museum, de attractie van Antakya en zeker de moeite waard. De mozaïeken zijn geweldig. Meestal uit 200-300 na Christus en uit Antakya en omgeving. Zeer compleet en kleurvol. Om 10 uur zijn we dan op het busstation (otogar). Dit kennen we nog van de vorige keer in Turkije; heel veel kleine kantoortjes voor tickets en supermoderne bussen. Ons busje naar Gaziantep valt wat tegen: het hobbelt en is ontzettend langzaam. Maar de ramen zijn schoon en de omgeving mooi. Wijds vooral. We doen 4 uur over de 200 km. Op de aansluitende bus naar Sanli-urfa dingen we af en betalen dan nog minder dan de Turken zelf. Maar voor onze begrippen zijn de bussen best wel duur hier. Deze bus is wel luxe, compleet met de ons bekende gratis zakjes water. In ‘Urfa’ vinden we een kamer in een heel groot hotel en moeten behoorlijk afdingen. Later zien we echter een leuk kleiner en goedkoper hotel. Dus wellicht morgen verhuizen. We eten nog een broodje shoarma in een heel net tentje waar we gratis thee krijgen. Shoarma is heel anders dan in de Arabische wereld, dus lekker (vanwege de variatie). De bazaar gaat net dicht maar leek heel leuk. We zien nog de vijver met heilige karpers (vanwege Abraham die hier ooit leefde). Jelle koopt voor 6 cent vissenvoer en alle vissen slaan op de vlucht. Jelle ziet ook nog een voetbalwedstrijd op de KTV in ons hotel. We doen wat was, de helden onder ons nemen een koude douche en we vinden Turkije nog steeds leuk (tweede dag).