16 maart 1994

16 maart 1994 - Bosra, Syrië

Om half 9 zijn we weer bij de ambassade, om 9 uur gaat hij pas open. Visa aangevraagd (70 gulden pp!) en weer terug naar het hotel, vanmiddag om half twee kunnen we het ophalen. Ontbeten in het Cliff. Eindelijk zijn alle winkels weer open en hebben we verse kaas en yoghurt. Later uitgecheckt en weer teruggelopen naar de ambassade. We zijn veel te vroeg, mogen wachten op de stoep. Het loket is ook buiten, wordt bemand door een niet zo vriendelijke vrouw. Niet zo gastvrij allemaal. Een van de vragen op het formulier was of wij ‘occupied Palestine’ hadden bezocht. Veel te vroeg zijn we weer bij de ambassade. Om half 2 gaat hij wel open, maar voorlopig krijgt nog niemand een paspoort. Alle stempels moeten nog gezet. Stelletje bureaucraten. Als een van de laatsten zijn wij aan de beurt. Snel terug naar het centrum. We hebben haast, willen het liefst voor donker in Syrië zijn. Syrisch geld gehaald (de koers schijnt hier beter te zijn dan in Syrië zelf) en de bagage opgepikt. Direct naar Damascus gaan alleen hele dure taxi’s. Per openbaar vervoer kunnen we tot Rhamsa aan de Jordaanse grens. De chauffeur van de servicetaxi wil van ons 1 JD extra voor de bagage. Alle 4 overige passagiers helpen ons om de chauffeur om te praten. Het blijft uiteindelijk bij 0,5 JD (we willen toch wel graag mee!) maar de ruzie in het Arabisch gaat nog minstens 5 minuten door. Onderweg wordt gestopt om kroppen andijvie/sla te kopen.

IMG0004

Niet voor moeder de vrouw, zoals wij dachten, maar om zelf lekker in de auto op te knabbelen. Om kwart over 4 zijn we in Rhamsa. Een van onze medereizigers nodigt ons meermalen uit mee naar zijn huis te gaan, maar wij willen door. Dus regelt hij voor ons de taxi tot de grens. Daar is het een rommeltje, maar met aardige douanebeambten, we betalen de exittax, krijgen een stempel en lopen naar de slagboom die Jordanië afsluit. De uniformen daar regelen een lift voor ons tot de Syrische kant. Daar willen ze graag je vaders naam, je moeders naam en je beroep weten. Intercedente? Dat is net zo iets als secretaresse? Eh, ja eigenlijk wel! Weinig problemen. Weer krijgen we een lift van aardige Syrische jongens, nu naar Der’a waar zij wonen en wij vannacht willen slapen om morgen Bosra te bezichtigen. Het eerste hotel vraagt eerst 50 pond (2 gulden) voor een bed, dan 500 pond voor de hele kamer. Het tweede (en laatste) hotel is heel vies maar moet dan maar. Klein hok, zonder ramen en echt vuil kost 150 pond (6 gulden). Niet veel natuurlijk maar als dit Syrië is, wil ik naar huis! Wereldomroep gehoord. Om 8 uur de straat op om wat eetbaars te zoeken. Dat valt niet mee. Er is een restaurant dat nogal veel geld vraagt voor een kip. Als we hoofdstraat uitlopen komen we op een grote rotonde. Heel prestigieus opgezet met fontein, modern straatmeubilair etc. beetje Russisch. Heel opvallend zijn ook vooral de portretten van de president en vooral ook diens onlangs overleden zoon. Hier staat ook een venter met schaaltjes bonen. We proeven en nemen dan een schaaltje. Na afloop krijgen we 2 drankjes; het kookvocht van de bonen met zout en citroensap, klinkt heel vies, valt wel mee. Van betalen wil de beste man niets weten. Nog een broodje felafel en een fles water maken ons diner compleet.

Foto’s