14 juli 1993

14 juli 1993 - Rinjani, Indonesië

003

Om half 7 gestart om de Rinjani te gaan bedwingen. We hebben de tent bij ons, slaapzak, brander, matjes, voedsel voor drie dagen en verder alleen een schone onderbroek! Het belangrijkste is natuurlijk de watervoorraad. 3 Liter en 1 fles Friese Vlag, chocomel. In het begin gaat het lopen fantastisch, de rugzakken voelen niet te zwaar en we stappen stevig door. We besluiten om na 2 uur lopen pas de eerste pauze te houden. We rusten een kwartier op ongeveer 1100 meter.

004

Dan gaan we verder, inmiddels lopen we op een smal pad door vrij dicht regenwoud. Het is al ontzettend zwaar, constant klimmen. Een uur verder zijn we op de zogenaamde pos II, een soort afdakje waar je kunt rusten. Hier komen we mensen tegen die al op de terugweg zijn en ons met medelijdende gezichten ‘good luck’ wensen. We eten een banaantje en zijn weer vol goede moed. Het laatste stuk tot aan pos III valt ons zwaar. We doen er 1,5 uur over, het is af en toe zeer steil, zodat je echt handen en voeten moet gebruiken. We weten nu zeker dat we vandaag niet tot aan het meer gaan, dat lijkt gekkenwerk. We kunnen nu rustig aan doen op ons laatste stuk tot de kraterrim, dat ongeveer 1 uur zou moeten duren. We rusten twee keer vrij lang en zijn dan om ongeveer 3 uur op de rim. Uitgeput, want het laatste stuk viel nogal tegen.

007008009

006_detail

Maar dan kunnen we ons tentje opzetten op een schitterend verlaten plekje en we weten weer waarvoor we het allemaal doen!

005_detail

De wolken trekken langzaam maar zeker op en we krijgen een zeer indrukwekkend uitzicht over het kratermeer. Het is vele malen groter dan we verwacht hadden en diepblauw, in het midden ligt een nieuw, klein ‘vulkaantje’(waarschijnlijk 2500m. of zo!). We koken mie met een minimum aan water en mengen het met sambaltonijn, een heerlijk maal natuurlijk. Na nogmaals uitdrukkelijk van de view te hebben genoten en na een kopje thee gaan we heerlijk slapen.  

Foto’s