16 juli 1993

16 juli 1993 - Rinjani, Indonesië

019

Om 3 uur staat iedereen op en vertrekt Jelle met de anderen naar de top. Ik zie deze klim niet zo zitten en blijf dus achter, heerlijk warm in mijn slaapzakje. De klim omhoog is onbeschrijfelijk heavy, een stuk gaat zelfs via een touw omhoog. De weg is eerst moeilijk te vinden in het aardedonker. Het allerlaatste stuk is zo steil en de grond zo los dat je na iedere stap er 2 terugglijdt. Vanaf de top kun je Bali en Sumbawa zien liggen!

013_detail015

Ik heb het ondertussen ook zwaar, het kamp verdedigend tegen ongeveer 20 apen. Gelukkig is lava heel licht en kan ik dus enorme stenen naar ze gooien. Om 8 uur gaan de anderen weer naar beneden, dit gaat min of meer skiënd en is dus minder moeilijk. Helaas heeft Jesse inmiddels haar knie geblesseerd. Om 11 uur zijn ze weer bij de tenten en drinken we chocomel en eten crackers met sardientjes. Na een korte rustpauze moeten we om 13 uur weer verder. De afdaling valt niet mee, na de 8 uur lopen die iedereen al achter de rug had, we lopen zelfs nog een keer verkeerd. Bij het meer vullen we de watervoorraad aan en lopen dan langs het water tot we een geschikte kampplaats vinden. Het vuur wil niet blijven branden en onze brander begeeft het ook. We zijn koud en moe maar fabriceren toch nog een snel maal van mie met van alles en nog wat (o.a. cup-a-soupjes uit Nederland). Weer om de gebruikelijke tijd (voor achten) naar bed.  

Foto’s