4 februari 1994

Als we wakker worden heeft Jelle 3 muskieten in z’n klamboe. Die vormen een ware plaag hier, gisteravond zijn we ook hevig aangevallen. We halen brood en bananen en ontbijten lekker, drinken onder andere 3 bakjes koffie. Het reizigersgevoel en -plezier komt beetje bij beetje terug. Aan het eind van de ochtend maken we een lange strandwandeling langs de woeste zee. Wat een puinhoop! Overal vissersboten, vol gebouwd met mooie hotels naast oude hokjes en hutten en vooral: het strand is regelmatig net een vuilnisbelt. We zijn om diverse redenen blij dat we in Wadduwa zaten met P en M en niet hier, de muskieten, het strand en de ligging. Ook het weer zit hier niet echt mee; net als gisteren begint het ‘s middags te regenen. Het is vandaag overigens Sri Lanka’s onafhankelijkheidsdag, maar we merken er niets van. Ook onze buren die de hele dag naar Colombo zijn geweest hebben tevergeefs gezocht naar parades en andere festiviteiten. Wij hebben zo langzamerhand geleerd om ons bij festivals in Azië niets voor te stellen, zien we dan toch wat leuks is dat mooi meegenomen. We houden ons ook weer een behoorlijke tijd met onze tijdschriften bezig. Wel jammer dat we daardoor erg aan de Nederlandse economie, thuis en banen zoeken worden herinnerd. We kijken ernaar uit om in Delhi aan te komen (1 uur vliegen en 40 uur treinen verder) dan kunnen we ons met behulp van de nieuwe boeken weer wat meer op de rest van onze reis richten, want echt zin om naar huis te gaan hebben we ook niet.