5 februari 1994

Op deze zaterdag en Bella’s verjaardag slapen we een beetje uit, maar zitten toch al om half 10 aan het ontbijt. Om 12 uur checken we uit en gaan per bus naar ‘het centrum’ van Negombo wat er eigenlijk niet echt is. Wel posten we 2 brieven en stuiten op een hele mooie, authentieke vismarkt. Vrouwen verkopen op het strand, soms heel kleurrijke vissen. Van het fort hier is eigenlijk niets meer over. We lopen terug langs het strand, vooral weer heel vies. ‘s Middags lunchen we, geven onze laatste rupees uit aan boodschappen voor in de trein naar Delhi en scrabbelen een potje. Om half 7 zijn we met 2 bussen op het vliegveld. Daar verloopt de procedure zeer vlotjes, niets hoeft geopend of gecheckt in tegenstelling tot bij pap en mam. Ook vliegt IA dit keer wel op tijd. Het vliegveld is modern. In het vliegtuig nemen we nu wel een blikje Heineken, omdat we inmiddels weten dat er verder geen consumpties worden aangeboden. Na 55 minuten landen we in Madras en het voelt een beetje als thuiskomen, voor de 3e keer in India. De 3 weken op Sri Lanka zijn echt omgevlogen. En toch wel een beetje ín een roes. India is weer lawaaierig, rommelig et cetera als vanouds. We nemen een riksja naar Broadlands waar ze keurig een kamer voor ons hebben vrijgehouden.

Om 23.15 uur in bed constateren we dat dit het perfect georganiseerde reizen is; hotel al geboekt, geen geklooi met bussen en we hebben zelfs ons treinkaartje voor morgenavond al gekocht.