18 februari 1994

Om half 8 brengt de hoteltaxi ons naar Petra. Gisteren was ons ook al opgevallen hoe lekker fris de lucht hier is en we genieten weer echt van de gekleurde rotsformaties. Zo’n blauwe hemel hebben we misschien de hele reis nog niet gezien! Entree voor Petra is 5 JD (15 gulden) maar wij weten ook een alternatieve ingang. Daarvoor maken we een mooie omweg, eerst over de weg en dan langs een pad vlak langs het bedoeïenendorp waar nu de mensen wonen die eerst in Petra zelf leefden. Onderweg zien we veel geitenkuddes en aardige mensen. Het is schitterend ‘koud’ weer. Na bijna een uur eten we op een rots ons ontbijt.

Even later zijn we in de oude stad en zien we de eerste rotswoningen. Een wandeling door een droog rivierbed brengt ons bij de Romeinse straat (weinig van over). We zien ook de toegangspoort en het enige losstaande gebouw van de Nabateeërs. Op het eerste zicht vallende ruïnes ons wat tegen, de omgeving is onbeschrijfelijk mooi. We klimmen naar het klooster, via veel treden en langs gekleurde gesteentes. Na een dik half uur zijn we boven. Het klooster is een enorm gebouw in de rotswand, de deur is 8 meter hoog.

Verderop heb je een heel mooi uitzicht, tot aan de Middellandse Zee, al weten we niet zeker of we die echt zien. Hier eten we onze lunch op. Het valt ons op dat er zoveel groepen Europese toeristen zijn. Heerlijk liggen zonnen op een rots. Terug beneden bekijken we diverse tombes en lopen uiteindelijk langs het meest beroemde gebouw van Petra. Dit is heel mooi, maar niet in het licht, dus we komen morgen terug (het is toch gratis, nietwaar?). Hier vandaan vertrekken tientallen paarden om de toeristen terug te vervoeren naar de ingang. Een beetje uit de hand gelopen business lijkt het. We lopen terug door de nauwe kloof.

Om kwart voor 5 staat onze chauffeur voor (ideaal toch?). Omdat we net als vanmorgen de enige klanten zijn kunnen we in het dorp even inkopen doen. Naast ons hotel bezoeken we nog de mozesbronnen. Een klein wit gebouwtje met binnenin een grote rots waarop Mozes met z’n staf zou hebben geslagen waarna er water uitkwam. ’s Avonds eten we witte bonen, worst, kaas, komkommer, brood en yoghurt.