10 januari 1994

Opgestaan en ontbeten met brood, jam en bananen. Jelle heeft geen last van zijn hand. Met de bus naar het ziekenhuis, lange rit in een volle bus. Bij de casualties vinden ze de wond er niet zo mooi uitzien. Wij ook niet, het lijkt een heelgat. Een aanwezige dokter verhoogt de medicijnendosis en vraagt ons morgen op zijn spreekuur te komen. Ook moet er een bloedsuikertest worden gedaan omdat de wond duidelijk niet geneest. We zijn behoorlijk down. Met 2 verschillende bussen gaan we eerst naar de bank en dan naar een grote boekwinkel waar ze geen gidsen (west-Azië) hebben die wij zoeken. We lunchen inde buurt daarvan in een chinees restaurant. Loempia en noedels. Langs Mount Road lopen we terug. Dit is de straat van Madras, maart valt ons qua winkelen behoorlijk tegen. Nog wel een fotobatterij gekocht en de wereldontvanger voor reparatie in een Philipsshop achtergelaten. Terug op de kamer drinken we koffie met heerlijke koek (soort banketstaaf) en proberen we niet teveel aan de hand te denken en wat er verder allemaal zal gebeuren als het zo blijft gaan. Als we later willen gaan eten komen we een Nederlands stel tegen dat ook een restaurant zoekt en gaan dan met z’n vieren. Het eten is matig, maar het is wel gezellig. Zij vliegen vanavond terug naar Nederland. De jongen, Han, is een broer van Hein Fennema, die bij mij in de klas heeft gezeten. It’s a small world.