9 januari 1994

9 januari 1994 - Madras, India

Als we wakker worden ziet Jelle’s hand er niet echt beter uit. Als we om de wond heen drukken komt er gruwelijke etter uit, en heel veel. We schrikken ons rot en besluiten toch maar te vertrekken. Na een simpel ontbijt zitten we om 11 uur in de taxi (ja, taxi) die ons naar een goed ziekenhuis in Madras zal brengen. Om half 1 staan we voor het luxe, grote gebouw in de buitenwijken van Madras. We kunnen direct door naar ‘casualties & emergencies’. Jelle moet daar op een bed gaan liggen en krijgt zelfs een lakentje over zich heen. De vrouwelijke dokter vindt de hand er ook niet zo fraai uitzien en denkt dat er een hoop ‘push’ inzit. We zijn blij dat we gekomen zijn. De wond wordt opengemaakt, de troep er uit gehaald en het wordt goed ingepakt. Medicijnen worden voorgeschreven en we moeten iedere dag terugkomen voor nieuw verband. Nee, dit was echt niet vanzelf overgegaan! Jelle heeft nu zelfs een mitella, maar in ieder geval hebben we het gevoel nu weer op de goede weg te zijn. In de medicijnshop moet ik ook de gebruikte verbandmiddelen en zelfs handschoenen betalen. We nemen dan een riksja naar Broadlands (hèt budgethotel van Madras), waar ze geen kamer voor ons hebben. Zit dan niets mee? De manager krijgt ook medelijden vanwege Jelle’s hand en mijn gezichtsuitdrukking en geeft ons de kamer die eigenlijk door anderen was besproken (!). Dank u. oude kamer, met badkamer en zitje. Gezellig. Thalilunch, koffie met broodjes op de kamer en lekker gelezen. ‘s Avonds eten we Biryani en omelet.